Overzicht actieve loopbaan

Victor Horta (1861-1947) studeerde aan de Académie des Beaux-Arts in Gent en in Brussel en ging in 1881 werken bij het bureau van de neoklassieke architect Alphonse Balat. Hij werd sterk geïnspireerd door de Franse neogotische architect en geleerde Eugène-Emanuel Viollet-Ie-Duc (1814-1879). Viollet-Ie-Duc pleitte voor een volledig geïntegreerd ontwerp van exterieur en interieur. Horta sloot zich bij deze benadering aan en ontwierp bij veel van zijn gebouwen elk detail, van deuren en meubilair tot lichtarmaturen.

In 1892 had Horta het historicisme verworpen. Het Hotel Tassel (1892-1893) met zijn organische ijzeren balustrades, wervelende vloermozaïeken en kronkelende muurdecoraties mag je een voortreffelijk voorbeeld van deze nieuwe stijlkoers noemen. Hotel tassel was een van de eerste gebouwen in de artnouveau-stijl.

Het was de eerste woning waarin metaal voor structurele en decoratieve doeleinden was verwerkt. De opmerkelijke lichtheid en de ruimtelijke eigenschappen waren bereikt door een nieuwe indeling en het gebruik van ranke metalen draagelementen. Stengelachtige elementen vertakten zich en leken op ranken. Deze manier van werken noemde men de “Hortalijn”.

Soortgelijke projecten volgden, zoals Maison Autrique (1893), Maison Winssinger (1895-1896) en Hotel Eetvelde (1895-1900) een Gesamtkunstwerk, voor baron van Eetvelde.

Naast privé woningen ontwierp Horta gebouwen voor algemeen nut. Het hoofdkwartier van de Belgische Socialistische Partij, la Maison du Peuple (1896-1899), werd de eerste voorgevel van staal en glas in Brussel. Het Warenhuis a l’ lnnovation  in 1901.

Bij zijn latere werk experimenteerde Horta met ultra-moderne materialen en ontwikkelde hij een soberder stijl, zoals in zijn Palais des Beaux-Arts gemaakt in gewapend beton (1922-1928).

Horta was een van de grootste vertegenwoordigers van de Art Nouveau en zijn werk was bijzonder invloedrijk.