Overzicht actieve loopbaan

Henning Koppel (1918-1981)  studeerde van 1935 tot 1936 hij tekenkunst bij Bizzie Hoyer in Kopenhagen. Van 1936 tot 1937 studeerde hij beeldhouwkunst bij Anker Hoffmann aan de Kongelige Danske Kunstakaderni in Kopenhagen.

Daarna volgde hij een opleiding van een jaar aan de Académie Ranson in Parijs. Waar hij in aanraking kwam met de nieuwe stromingen in de avant-gardistische beeldhouwkunst. Koppel bracht W.O.II door in Stockholm en maakte ontwerpen voor Orrefors en Svenskt Tenn; daarnaast ontwierp hij gouden en zilveren sieraden.

Daarna keerde hij terug naar Denemarken. Hij begon een lange samenwerking met de zilversmederij van Georg lensen. Die samenwerking duurde tot zijn dood in 1981.

Vanaf 1961 produceerde Koppel plastische keramiek, zoals het Farm 24 servies (1962) voor Bing & Grondahl Porcelaensfabrik, en ontwierp hij klokken en lampen voor Louis Poulsen,  glaswerk voor Orrefors en zelfs Deense postzegels.

Door het prachtige plastische zilverwerk dat hij voor Georg Lensen ontwierp, verwierf hij internationale bekendheid. Koppels biomorfe zilveren sieraden waren ontleend aan de abstracte sculpturen van Hans Arp (1887-1966) en Constantin Brancusi (1876-1957). zoals de armband Model 89 (1946) met een schitterende vorm en een zeer modern uiterlijk.

Hoewel hij vasthield aan het vakmanschap waar Denemarken zo vermaard om was, drukten Koppels ontwerpen, zoals de wijnkan Model 978 (1948)  een universele taal van organische vormen uit die in feite zeer modern was. Zijn ontwerpen tekende hij eerst, waarna hij een model van klei kneedde, opdat hij de belijningen rondom kon perfectioneren voordat hij er de zilveren versie van maakte.

Zijn Caraveibestek van 1957 gaf de tafelgereicollectie van Georg Lensen een expressieve vorm. In 1951, 1954 en 1957 ontving Koppel een gouden medaille op de tentoonstellingen van de Triënnale van Milaan en kreeg in 1953 de Lunningprijs.