Pop-Art
Historiek
Pop-art (1958-1972) is een afkorting van “popular art”. Deze beweging bestond vooral in de VS en Engeland en was een reactie op de abstracte schilderkunst die pop-artkunstenaars te intellectualistisch en elitair vonden. Ze gebruikten liever afbeeldingen van alledaagse voorwerpen zoals Andy Warhols soepblikken, Roy Lichtensteins strips en werkten met cartoonachtige, bolle lettertypes en lichtgevende bonte kleuren. Warhals seriegrafie, een fotorealistische massaproductietechniek voor het maken van prenten, was typerend voor pop-art.
Geïnspireerd door massaconsumptie en populaire cultuur trokken aanhangers de regels van good design in twijfel.
Ze wezen de ideeën van het modernisme af en zetten daar hun eigen uitgangspunten tegenover: plezier, verandering, variëteit, oneerbiedigheid en wegwerpbaarheid. Pop doorbrak de traditionele scheidslijn tussen beeldende en commerciële kunst en drong spontaan de media en reclame binnen.
Een voorbeeld hiervan zijn de platenhoezen die in de jaren ‘60 werden gemaakt, zoals het ontwerp van Peter Blake en Jann Howarth uit 1967 voor Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band van de Beatles. Kunstenaars als Warhol en David Hockney vonden inspiratie in “lage kunst”: reclame, verpakking, strips en televisie.
Ze stapten met hun verwijzingen naar massacultuur regelmatig over op het ontwerpen van interieurs, muurschilderingen, behang en postersen creëerden in kunst en design een hele nieuwe wereld van frivoliteit en plezier.
De Independent Group, die in 1952 in Londen werd opgericht, was de eerste stroming die oog had voor de opkomende consumentencultuur in de VS. Deze ontwerpers, die als doelgroep een nieuw slag designbewuste jonge professionelen hadden, beseften plotseling dat ze een frissere en alternatieve aanpak moesten hebben dan die van good design in de jaren ‘50 en popdesign was de beste oplossing. Terenee Conran verwoordde het als volgt: “Ergens halverwege de jaren ‘60 veranderde “nodig hebben” in “willen hebben” ( … ).
Ontwerpers werden belangrijker voor het produceren van hebbedingen dan voor functionele producten.” Product styling werd de rigueur waardoor de wegwerpcultuur die we nu als norm accepteren, werd gestimuleerd. Plastic was voor de meeste ontwerpers het ideale materiaal.
Ze gebruikten felle kleuren en krachtige vormen die bij jongeren in de smaak vielen. De producten waren goedkoop en vaak van slechte kwaliteit, maar wegwerpbaarheid werd al snel onderdeel van de aantrekkelijkheid, want maker en consument kozen niet voor duurzaamheid maar voor vervangbaarheid. Dit was tegengesteld aan alles waar het modernisme voor stond.
Peter Murdochs Kinderstoel polka dot vlekkerige (1963) en de PVC Blow stoel van De Pas, D’Urbino, Lomazzi en Scolari (1976) Waren Voorbeelden van de wegwerpbaarheid van Veel pop-art.
De vele gimmicks die toen op de markt kwamen, waaronder papieren kleding, waren de belichaming van de wegwerpcultuur van de jaren ‘60. Popdesign had grote invloed op de wereld van kunst en vormgeving. Het liet zich door alles inspireren, van art nouveau en art deco tot futurisme, surrealisme, op-art, psychedelia, kitsch en space age, maar het was niet duurzaam. Door de oliecrisis begin jaren ‘70 ontstond de behoefte aan een rationelere benadering van design en pop-art zelf werd vervangen door de herwaardering van ambachtelijkheid.
Belangrijkste kenmerken
- Felle regenboog kleuren
- Gewaagde vormen
- Gebruik van plastic
- Herhaling
- Geïnspireerd door massaconsumptie en populaire cultuur
- Stelt openlijk vragen bij de voorschriften van good designen wijst het modernisme en zijn uitgangspunten af
- Nadruk op plezier, verandering, variëteit, oneerbiedigheid en wegwerpbaarheid
- Goedkoop en vaak van slechte kwaliteit: stelde vervangbaarheid boven duurzaamheid
Trendsetters Activiteiten
Engeland
Peter Murdoch (1949), Vormgever (meubels, interieurs, grafiek, industrieel)
Verenigde Staten
Roy Lichtenstein (1923-1998), Kunstenaar/filmmaker
Andy Warhol (1928-1987), Kunstenaar/filmmaker
Jasper Johns (1930), Kunstenaar/beeldhouwer
Tom Wesselmann (1931), Kunstenaar
Robert Rauschenberg (1925), Kunstenaar
Denemarken
Verner Panton (1926-1998), Architect/vormgever
Pop-Art
te koop op het internet
Pop-Art
te koop op het internet
Via onderstaande links
vindt u objecten
op het internet
uit een stijlperiode
of van een designer
Arts & Crafts Movement
Arts & Crafts
Craftsman Workshops
Neogotiek
Modernisme
William Morris
A.W.N. Pugin
Arthur Heygate Mackmurdo
Charles Robert Ashbee
Working Men’s College
Wren’s City Churches
National Association for the Advancement
The Human Hive
Gustav Stickley
Charles F.A. Voysey
John Ruskin
The Stone of Venice
The Great Exhibition
Peter Murdoch
Via onderstaande links
kunt u de infopagina
opvragen van
een stijlperiode of
van een designer
Hector Guimard (1867-1942)
Emile Gallé (1846-1904)
Louis Majorelle (1859-1926)
Victor Horta (1861-1947)
Henri van de Velde (1863-1957)
Charles Rennie Mackintosh (1868-1928)
Richard Riemerschmid (1868-1957)
Josef Franz Maria Hoffmann (1870-1956)
Otto Wagner (1841–1918)
Josef Maria Olbrich (1867-1908)
Koloman Moser (1868-1918)
Antonio Gaudy y Cornet (1852-1926)
Charles-Edouard Jeanneret
(Le Corbusier) (1887-1965)
Adolf Loos (1870-1933)
Peter Behrens (1868-1940)
Walter Adolph Gropius (1883-1969)
Ludwig Mies van der Rohe (1886-1969)
Otto Prütscher (1880-1949)
Bruno Paul (1874-1968)
Theo van Doesburg (1883-1931)
Jacob Johannes Pieter Oud (1890-1963)
Gerrit Thomas Rietveld (1888-1964)
Marcel Lajos Breuer (1902-1971)
László Moholy–Nagy (1895-1946)
Marianne Brandt (1893-1983)
Mart Stam (1899-1986)
Henry Dreyfuss (1904-1972)
Philip Cortelyou Johnson (1906-2005
Adrian Frutiger (1928)
Alessandro Mendini (1931– )
Michele de Lucchi (1951- )
Ettore Sottsass jr. (1917-2007)
Frank Owen Gehry (geb, 1929)
Daniel Weil (1953)
Ross Lovegrove