Postmodernisme
Historiek
Postmodernisme (1978-2010) Met de term postmodernisme worden de stilistische ontwikkelingen bedoeld die een antwoord waren op het rationalisme van de moderne vormgeving. De eerste stap naar het postmodernisme werd gezet in de jaren ‘60, maar de doorbraak kwam pas begin jaren ‘80.
Postmodernisten waren van mening dat het modernisme had geleid tot de creatie van onbegrijpelijke boeken en kunstwerken, zielloze objecten en ongewenste gebouwen die door mensen afschuwelijk werden gevonden. In zijn boek Complexity and Contradiction in Architecture uit 1966 twijfelde Robert Venturi aan waarde die modernisten toekennen aan logica, eenvoud en orde en hij opperde dat dubbelzinnigheid en contradictie ook hun rechtmatigheid hadden.
Venturi beweerde dat moderne architectuur in wezen betekenisloos was. Vroege postmodernisten vonden geometrische abstractie en ornamentloosheid, waar de modernistische architectuur zo gek op was, ontmenselijkend en daarom vervreemdend. Door de Engelse vertaling uit 1972 van Roland Barthes” boek Mythologies (1957) ontstond veel belangstelling voor zijn theorieën over semiotiek, waardoor het idee groeide dat consumenten meer binding met gebouwen en voorwerpen zouden hebben als ze symbolistische elementen bevatten.
Als reactie hierop wilde het postmodernisme beeldende kunst en massacultuur, intellectuele en populistische kunst met elkaar laten versmelten. Versiering werd weer prachtig gevonden en er werd vrijelijk uit andere stijlen geput.
Halverwege de jaren ‘70 gingen Amerikaanse architecten als Michael Graves decoratieve en vaak ironische motieven in hun werk gebruiken. Deze verwezen vaak naar vroegere decoratieve stromingen, zoals de Art Deco, het constructivisme en De Stijl.
Het gebruik van kleur, versiering, reliëf, verwijzingen naar historische stijlen en excentrieke componenten waren typerend voor het werk van Ettore Sottsass, Memphis en Studio Alchimia, en deze elementen werden al snel onderdeel van het postmodernisme.
Alles was fel gekleurd en brutaal: keramiek, textiel, sieraden, zilverwerk, meubilair en verlichting werden in beperkte oplagen geproduceerd door firma’s als Alessi, Artemide, Cassina en Formica. Memphis produceerde een aantal kleinere objecten en meubels met postmoderne kenmerken die vaak “de ultieme fruitsalade” werden genoemd.
Postmodernisten waren speels en humoristisch en hadden een voorliefde voor versiering en kleur, terwijl modernisten daar juist een hekel aan hadden. Ze hadden een onrespectvolle, vrijpostige aanpak en deden alles volgens hun eigen regels. Architectonisch was Philip Johnsons AT&T-gebouw in New York (1978-1983) een voorbeeld van de postmoderne esthetiek en tegelijkertijd een belediging voor het architectuurestablishment vanwege de versieringen en nog erger, vanwege het citeren uit een “mindere” designvorm: het meubelontwerp.
Deze op zich slanke wolkenkrabber die in de internationale stijl is gebouwd, werd gesierd door een barokke geveldriehoek die minachtend de Chippendale-top werd genoemd. Het gebruiken van een visueel idee buiten zijn normale context was een deconstructivistische tactiek die uit de literatuur stamde en in de jaren ‘70 en 80 in de toegepaste kunst opdook.
De Zwitserse school, die door velen werd bekritiseerd omdat hij te koel en formeel zou zijn, begon eind jaren ‘70 zijn kracht te verliezen. Terwijl modernisten het historisme, decoratie en traditie afwezen, gebruikten postmodernistische ontwerpers deze bronnen juist om hun ontwerpmogelijkheden te vergroten.
Gelaagd beeldgebruik, collage en fotomontage geïnspireerd door het kubisme, dada, en allerlei lokale stijlen, droegen eind jaren ‘70 en begin jaren ‘80 bij aan het postmodernisme. Ontwerpers die aanvoelden dat de moderne esthetiek niet meer relevant was voor de postindustriële samenleving, breidden hun visuele taal uit, braken met bestaande regels en onderzochten verschillende periodes, stijlen en culturen.
De postmoderne rebellie werd geleid door Wolfgang Weingart die design experimenteel benaderde, zoals te zien is aan zijn affiches die tegelijkertijd complex en chaotisch, speels en spontaan aandoen. Een andere beroemde ontwerper uit het eind van de 20e eeuw was Milton Glaser, die de beroemde reclamecampagne I love NY (1973) verzon en medeoprichter was van de Pushpin-studio’s en wiens humoristische decoratieve technieken tot het postmodernisme leidde.
De anti-rationele aanpak van design was populair in de decadente jaren ‘80, toen de stijl diverser werd en het deconstructivisme, de hightech en het postindustrialisme er deel van uitmaakten. Maar aan het begin van de jaren ‘90, toen de recessie dreigde, gingen ontwerpers op zoek naar een rationelere aanpak. Het postmoderne ethos bestaat echter nog steeds en ook nu vindt er een constante herwaardering plaats van wat essentieel is in design.
Belangrijkste kenmerken
- Afwijzing van het industriële proces
- Vermenging van vroegere stijlen
- Decoratie
- In grafische vormgeving: gelaagde beelden, collage en fotomontage
- Zet vraagtekens bij de nadruk van het modernisme op logica, eenvoud en orde
- Bepleit de vermenging van de beeldende kunst en massacultuur, elitaire en populistische kunst
- Werkt met symbolisme in de overtuiging dat consument dan meer binding heeft met het ontwerp
- Gebruikt visuele ideeën buiten hun normale context
High Tech
Trendsetters / activiteiten
Engeland
Norman Foster (geb. 1935), Architect, vormgever
Richard Rogers (1933), Architect
Michael Hopkins (1935), Architect
Paul Haigh (1949), Interieurontwerper
Verenigde Staten
Joseph Paul D’Urso (1943), Interieurontwerper
Ward Bennett (1917-2003), Kunstenaar, beeldhouwer, vormgever, (textiel, sieraden, interieurs)
Postindustrialisme
Trendsetters / activiteiten
Tom Dixon (1959), Vormgever
Ron Arad (geb, 1951), Vormgever
Postmodernisme
Trendsetters / activiteiten
Mario Botta (1943), Architect/vormgever
Andrea Branzi (1938), Vormgever
Michele de Lucchi (1951), Architect, vormgever
Nathalie du Pasquier (1957), Kunstenaar
Aldo Rossi (1931-1997), Architect
Matteo Thun (1952), Keramist, Vormgever
Shiro Kuramata (1934-1991), Vormgever (meubels, interieur)
Michael Graves (1934), Architect, vormgever
Alessandro Mendini (1931), Vormgever
Ettore Sottsass jr. (1917), Vormgever
Philip Cortelyou Johnson (1906 – ), Architect
Paula Scher (1948), Grafisch ontwerper
April Greiman (1948), Grafisch ontwerper
Wolfgang Weingart (1941), Grafisch ontwerper
Phillipe Starck, Ontwerper
Via onderstaande links
vindt u objecten
op het internet
uit een stijlperiode
of van een designer
Post Modernisme
te koop
op het internet
ZWITSERSE SCHOOL
Adrian Frutiger
POP-ART
Peter Murdoch
SPACE AGE
Eero Aarnio
Olivier Mourgue
Marco Zanuso sr.
Richard Sapper
ANTIDESIGN
Alessandro Mendini
Michele de Lucchi
Ettore Sottsass jr.
HIGHTECH
Norman Foster
Ward Bennett
POSTINDUSTRIALISME
Tom Dixon
Ron Arad
POSTMODERNISME
Mario Botta
Andrea Branzi
Michele de Lucchi
Nathalie du Pasquier
Aldo Rossi
Matteo Thun
Shiro Kuramata
Michael Graves
Alessandro Mendini
Ettore Sottsass jr.
Philip Cortelyou Johnson
April Greiman
Phillipe Starck,
DECONSTRUCTIVISME
Deconstructivisme
Frank Owen Gehry
Ross Lovegrove
DE BELANGRIJKSTE
STIJLPERIODES & DESIGNERS
Klik op onderstaande linken om
de infopagina’s te raadplegen
op deze website
Arts And Craftsbeweging
William Morris
A.W.N. Pugin
Arthur Heygate Mackmurdo
Charles R. Ashbee
Gustav Stickley
Esthetic Movement
Edward William Godwin
Louis Comfort Tiffany
François Eugène Rousseau
Christopher Dresser
Art Nouveau
Hector Guimard
Emile Gallé
Louis Majorelle
Victor Horta
Henri van de Velde
Charles Rennie Mackintosh
Richard Riemerschmid
Josef Franz Maria Hoffmann
Otto Wagner
Josef Maria Olbrich
Koloman Moser
Antonio Gaudy y Cornet
Modernisme
Charles Edouard Jeanneret
Le Corbusier
Adolf Loos
Peter Behrens
Walter Adolph Gropius
Ludwig Mies van der Rohe
Secession
Wiener Werkstätte
Deutscher Werkbund
Gustav Klimt
Otto Prütscher
Bruno Paul
Art Deco
JacquesEmile Ruhlmann
René Jules Lalique
Donald Deskey
De Stijl
Theo van Doesburg
Jacob Johannes Pieter Oud
Gerrit Thomas Rietveld
Bauhaus
Marcel Lajos Breuer
László Moholy Nagy
Marianne Brandt
Mart Stam
Moderne Stijl
Karl Emanuel Martin Kern Weber
Eileen Moray Gray
Walter Dorwin Teague
Raymond Fernand Loewy
Streamlining
Henry Dreyfuss
Organic Design
Frank Lloyd Wright
Charles Alvar Aalto
Eero Saarinen
Charles Eames & Ray Eames
Pierre Paulin
Internationale Stijl
Philip Cortelyou Johnson
Modern Scandinavisch Design
Bruno Mathsson
Josef Frank
Arne Jacobsen
Verner Panton
Henning Koppel
Borge Mogensen
HansJorgen Wegner
Tapio Veli Ilmari Wirkkala
Timo Sarpaneva
Zwitserse School
Adrian Frutiger
Space Age
Eero Aarnio
Olivier Mourgue
Marco Zanuso sr.
Richard Sapper
Antidesign
Alessandro Mendini
Michele de Lucchi
Ettore Sottsass jr.
Hightech
Norman Foster
Ward Bennett
Postindustrialisme
Tom Dixon
Ron Arad
Postmodernisme
Mario Botta
Andrea Branzi
Nathalie du Pasquier
Aldo Rossi
Matteo Thun
Shiro Kuramata
Micael Graves
Alessandro Mendini
April Greiman
Deconstructivisme
Frank Owen Gehry
Daniel Weil
Ross Lovegrove